Vochtschade, verdiepte documentatie

 

 

Zoals bij de lessen natuur- en scheikunde reeds geleerd werd, is water met daarin zouten opgelost een geleidende vloeistof.

Aan de positieve elektrode ontstond zuurstof, en aan de negatieve waterstof.
Waarom moest er zout in het water?

Omdat zout (laten we uitgaan van NaCl) oplost in water in ionenform:
Na+ en Cl –

De positief geladen Natrium-ionen gaan naar de negatieve elektrode toe en nemen een elektron op, terwijl de negatief geladen chloorionen aan de positieve elektrode een elektron afstaan.

Een stroomkring is gevormd.

Een natrium-ion dat een elektron opneemt wordt Natrium, wat direct reageert met het aanwezige water: 2Na + 2H2O → 2 NaOH + H2

Het waterstofgas ontsnapt vrijwel gelijk, zodat een basisch milieu overblijft.
Binnen een basisch milieu verschuift de enthalpie van de redoxreactie, zodat Sn2+ gevormd kan worden. Een tin-ion.

Als al het water verdampt is, vormt het tin-ion een zout met wat er maar aanwezig is.

Vaak zuurstof, zodat SnO2 kan ontstaan. Een halfgeleider.

Op een “logicboard”, waarbij de meeste elementen bestaan uit de berekende eigenschappen van de halfgeleiders, helpt een extra halfgeleider ervoor die berekeningen door de war te gooien.

Daarom moeten de eventuele ongewenste halfgeleiders, die een onder spanning staand toestel na een waterballet gevormd kan hebben, verwijderd worden.

Tin(ii)oxide heeft echter een nare eigenschap: Het is onoplosbaar in water, of andere polaire oplosmiddelen (zoals isopropylalcohol of ook  “IPA” genoemd), alleen een zuurbehandeling of mechanische manipulatie kan het weer verwijderen.